Soms geef je toe aan een ingeving op het moment dat je het niet verwacht. Via mijn aanmelding voor de workshop: ubu maken bij Atelier Veer kwam ik terecht in haar winkeltje vol met Yoni hangertjes. Een speciale Yoni trok mijn aandacht. hoe ik ook bewondering had voor de andere kleurrijke Yoni’s. Besloot ik in een kort moment deze te bestellen. Ik mocht haar vanmiddag komen ophalen. Vera vertelde me dat dit een hele krachtige Yoni was en al heel lang in haar bezit was. Nu heeft ze haar thuis gevonden. Mijn hanger is vernoemd naar de Ierse Godin Morrigan. Godin van het sterven, het lot en oorlog en gerechtigheid, moed en lef. En wordt bijgestaan door een raaf. Het is een krachtige naam maar een mooie zachte gesloten Yoni.
Tijdens mijn opleiding heb ik de kracht van de Yoni mogen ontdekken en mee leren werken. Nu kan ik haar ook dragen. Naast deze hanger kreeg ook het volgende prachtige tekst:
Laten we haar eren
als groot wonder
als prachtig lichaamsdeel
als ons vrouw zijn. De Yoni,
Het Sanskriet voor vagina,
baarmoeder, de bron van alles.
Zo uniek als wij vrouwen zijn,
zo uniek is zij.
Laat haar, haar verhaal vertellen.
Over openen en sluiten.
Ontvangen en (leven) geven.
Over pijn en intens genot.
Soms heel klein en dichtbij onszelf,
soms weelderig wil ze laten zien.
Ze is uniek, prachtig, als godin.
Laten we haar eren.
Voor mij is de zin van ziek zijn sterk verbonden met mijn Yoni. Mijn Yoni staat symbool voor leven en dood, schaamte, kracht, pijn en vrouw (mogen) zijn. Maar ook voor liefde en haat, van mijn geboorte, mijn welkom, trauma en moederliefde. Maar bovenal de plek van thuiskomen. Daarom is het belangrijk ook de Yoni van al onze moeders te eren. Ook zei waren dochters. Mijn Yoni is sterk verbonden met, de zin van, ziek zijn.
Voor mannen is het ook belangrijk om hun moeder te eren. Haar trauma en pijn is die ook van de zoon. Zoals wij onze vaders hebben te eren.
We leven in een tijdperk waarin gezondheid een van onze grootste zorgen is. We streven naar een leven zonder ziekte en pijn, maar wat als ziekte ons iets belangrijks te vertellen heeft? Wat als ziekte niet alleen een toevallige verstoring is, maar een signaal van ons lichaam en onze geest dat er iets uit balans is? Hier wil ik dieper ingaan op mijn beeld achter de zin van ziek zijn en hoe we onze gezondheid kunnen benaderen vanuit een systemisch perspectief.
Ons lichaam heeft een ongelooflijk vermogen om met ons te communiceren. Vaak negeren we de subtiele signalen die het ons geeft, totdat we gedwongen worden om aandacht te besteden door een ziekte of pijn. Ziekte kan worden gezien als de manier waarop ons lichaam ons vertelt dat er iets mis is, niet alleen fysiek, maar ook emotioneel of psychisch. Om de zin van ziek zijn te begrijpen werk ik systemische, met familieopstellingen. Waar ik vanuit ga dat ziektes niet alleen individueel zijn, maar ook het resultaat kunnen zijn van verstrikkingen in ons familiesysteem.
Familieopstellingen laten zien hoe trauma’s, onopgeloste conflicten en onverwerkte emoties van vorige generaties doorwerken in ons huidige leven. Zo ook hoe we omgaan met ziekte, leven en dood. Door deze dynamieken zichtbaar te maken, kunnen we begrijpen hoe ze bijdragen aan onze gezondheid en welzijn. Het erkennen en helen van deze systemische wonden kan een diepgaand effect hebben op ons genezingsproces.
De workshop: de zin van ziek zijn is een uitnodiging om dieper te kijken naar jezelf en je leven. Het is een oproep tot bewustwording en verandering. Door de signalen van je lichaam serieus te nemen en de onderliggende oorzaken van onze ziekten te onderzoeken, kan je niet alleen genezen, maar ook groeien en sterker worden. Gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziekte; het is een staat van balans en welzijn op alle niveaus van ons bestaan.
Tijdens intervisie mocht ik een opstelling begeleiden met het thema schuld en onschuld. Het raakte me enorm omdat dit thema een wezenlijk onderdeel uitmaakt van mijn systeem.
Schuld en onschuld gaan over de uitwisseling van daden en het gevolg daarvan voor de balans in relaties. Schuld en onschuld en schuld- en onschuldgevoelens zijn niet altijd evenredig aan elkaar; je kunt je bijvoorbeeld schuldig voelen, terwijl je niets ten nadele van een ander hebt gedaan.
Dit heeft alles te maken met de relatievelden van ooit, welke wetten er golden in je gezin van herkomst rondom schuld, onschuld, goed en kwaad. Zoals je de regels, normen en waarden die daar heersten destijds onbewust voor waar hebt aangenomen, zul je dat in het hier en nu weer in alle onschuld herhalen.
Op mijn zesde kreeg ik een gebeden boekje met daarin de oefening van berouw.: Barmhartige God, ik heb spijt van mijn zonden, omdat ik uw straffen heb verdiend, maar vooral omdat ik U, mijn grootste Weldoener en het hoogste goed, heb beledigd. Ik verfoei al mijn zonden en beloof met hulp van Uw genade, mijn leven te beteren en niet meer te zondigen. Heer wees mij zondaar genadig!
Als jong kind heb ik me verbonden met schuld uit mijn systeem.
Schuld kent dus meerdere dimensies: persoonlijke,- subjectieve en overgenomen schuld. De werking en maakbaarheid van het geweten; dat ongrijpbare mechanisme dat zomaar lijkt te beslissen over goed en kwaad. Ons geweten helpt ons elke dag bij het maken van beslissingen.
De mate waarin je schuldgevoelens ervaart, heeft ook veel te maken met het groepsgeweten. En in het bovenstaand voorbeeld ook het spiritueel geweten. Wat goed en onschuldig wordt beschouwd in het ene groepsgeweten, kan als fout en schuldig in een ander groepsgeweten worden ervaren. Schuldgevoelens zijn gekoppeld aan het in gevaar brengen van je lidmaatschap van de groep. Je vertrouwen dat de samenhang van de groep intact blijft en dat de groep ervoor je zal zijn, neemt daardoor af. Dit roept ook een onveilig gevoel op. Dus je handelt trouw aan je groepsgeweten en voelt je daarin goed. Je brengt je lidmaatschap aan de groep en de groep niet in gevaar en zo ben je in het volle vertrouwen dat de groep intact blijft, je erbij blijft horen en je je gesteund voelen.
Als jonge homoseksuele vrouw was uit de kast komen een immense stap. Ik was niet meer trouw aan groepsgeweten van mijn familie en nam het risico het lidmaatschap in gevaar te brengen. Het schuldgevoel naar mijn ouders was groot. Hun lidmaatschap van familie en buurt liep ook gevaar. Niet te spreken over het geloof, ik was zondig. Ik stapte uit de groep van vrienden en verhuisde uit het dorp. Het schuldgevoel is nog lang gebleven
Het groepsgeweten heeft een sterk bindend effect. Het diepe verlangen om bij de groep te horen zorgt voor de binding. De binding negeren geeft schuld; door het accepteren daarvan kan vrijheid ontstaan. Vooral de zwakkere leden voelen de binding. Kinderen zitten dikwijls in de positie dat zij gehoorzaam en loyaal moeten zijn om erbij te blijven horen. Het gevaar van uitsluiting is immers altijd aanwezig.
Op een nog concreter niveau kun je wellicht herkennen dat een kind (zeker als het klein is) alles wil doen om de ouders gelukkig te maken. Stel dat ouders objectief gezien ‘vreemd gedrag’ vertonen: Een kind legt liever de schuld bij zichzelf dan dat het wil overwegen dat er iets met de ouders aan de hand zou zijn. Vanuit de grote liefde van een kind voor een ouder bestaat die optie niet. Simpeler is het om jezelf de schuld te geven: Als jij maar slimmer, liever, braver, mooier etc. geweest zou zijn, dan zou dit nooit zijn gebeurd. Dit heet ook wel valse hoop en valse macht. Dit patroon blijft zich vaak ook in het volwassen leven herhalen. Het is makkelijker om jezelf de schuld te geven, dan de realiteit onder ogen te zien. Dit schuldgevoel is dus niet terecht en komt voort vanuit een grote loyaliteit.
Na thuiskomst na mijn geboorte en verblijf in het ziekenhuis was ik een “makkelijke” baby. Mijn moeder ondervond geen last van mij. Ik huilde niet ik lag in de box en bleef daar tot ze me eruit haalde. Dat was goed want mijn moeder was nog herstellende van een zware traumatische bevalling en lang verblijf in het ziekenhuis. Het begon op te vallen toen ik na een jaar nog steeds in de box lag en nergens op reageerde. Ik werd weer opgenomen in het ziekenhuis. Hoewel mijn moeder nooit sprak over deze tijd heb ik later uit mijn medisch dossier kunnen opmaken dat er geen medische reden was voor mijn gedrag.
Schuld en onschuld zijn dus in eerste plaats sociale verschijnselen en zijn afhankelijk van de groep waar we bij horen. Ze zijn niet hetzelfde als goed en kwaad. Groepsleden kunnen met een schoon geweten naar het systeem destructieve dingen doen en met een slecht geweten constructieve dingen, met als doel bij de groep te horen.
Je kunt schuldgevoelens ervaren als je iets doet dat buiten de wetten van het groepsgeweten valt, zoals uitbundig op de voorgrond treden waar je familiesysteem zijn veiligheid ontleent aan niet opvallen. En je kunt je onschuldig voelen, terwijl je aantoonbare overtredingen begaat die echter binnen je eigen groepsgeweten algemeen aanvaard zijn. In beide gevallen is er vaak sprake van diepe bindingen waarvan je je niet bewust bent. Je handelt vanuit zelfrechtvaardiging; je vergoelijkt je gedrag in alle onschuld uit aanpassing aan het systeem waar je uit voortkomt, met alle normen, waarden en codes die daarbij horen. Daarbij maak je geen aanspraak op het bewust persoonlijke geweten.
In de workshop familieopstellingen en in de supervisie individueel of in de groep werk ik met groepsgeweten, schuld en onschuld binnen je eigen familie systeem. Er is nog plek op 24 februari 2024.
In voorbereiding van de workshop familieopstelling vanuit de vrouwenlijn. Kom ik het volgende gedicht tegen van Ingrid Jonkers:
Ek herhaal jou
sonder begin of einde
herhaal ek jou liggaam.
Die dag het ’n smal skadu
en die nag geel kruise.
Die landskap is sonder aansien
en die mense ’n ry kerse
terwyl ek jou herhaal.
Met my borste
wat die holtes van jou hande namaak.
Ingrid Jonkers (Zuid-Afrika, 1933-1965) Uit ik herhaal je (Gerrit Komrij vertaling gedichten in Nederlands en Henk van Woerde korte biografie)
In bovenstaand boek wordt het gedicht ‘Ek herhaal je’ als volgt verklaart door Henk van Woerde:
“Ingrid Jonkers herhaalt ons telkens weer. Een herhaling die eigenlijk een omhelzing is, een vingerwijzing naar het pad dat naar persoonlijke oprechtheid voert. Ach, het zijn grote woorden, maar wie het gedicht ‘Ek herhaal jou’ uit 1959 herleest ontsnapt niet aan de indruk dat oprechte intimiteit en koestering voor haar uiteindelijk de hoofdzaak is”
Ik kan wel aan deze indruk ontsnappen. Ik lees, en dat raakt me, de kracht liefde en intimiteiten uit de vrouwenlijn. De schaduw en kruisen de kracht van pijn en verdriet. De liefde van een moeder zonder enig aanzien. Ek herhaal jou omdat ik in de vrouwenlijn voort leef. Ik ervaar dit gedicht als een ode aan de moeder. Ja het zijn ook grote woorden.
Tijdens mijn opleiding kreeg ik de opdracht een Genogram te maken. Zowel mijn vader en mijn moeder komen voort uit Brabantse, Rooms Katholieken arme arbeiders en boerengezinnen. Hard werken en veel kinderen. Aan mijn vaders kant zie je dan ook grote kindersterfte.
De plek van de vrouw in de kerk lag ergens tussen heilige hoer, maagd en moeder. Wat veel verwarring bracht. Alle aandacht was gericht op man en gezin. Wat ik hieruit heb meegenomen dat ik sterk moet zijn. Trauma’s, verlies en rouw daar sprak je niet over je ging door. Je moest sterk zijn. In de tijd dat mijn moeder opgroeide had je het liedje van Louis Davids: “Als je voor een dubbeltje geboren bent….wordt je nooit een kwartje (1953)”. Het was niet alleen een liedje maar ook een overtuiging. En met deze overtuiging wordt ik nog regelmatig geconfronteerd. Armoede, trauma’s verlies en rouw hebben sporen achtergelaten ook in mijn leven: “De dag een smalle schaduw, de nacht een geel kruis”.
Moeder ik herhaal je. Ik mis je. Ik zie nu wat ik niet zag.
Wat zie jij wat je niet zag. Samen met moeders en dochters kijken naar je vrouwenlijn. Doe je mee? Er is nog plek op 30 september. Vind je een groep spannend? Maak een afspraak voor een gratis kennismakingsgesprek. Ik help je graag de eerste stap te zetten.