Midden in het bos kwamen het nijlpaard en de neushoorn elkaar tegen. Het was een smal weggetje waarop ze liepen en ze konden elkaar niet passeren.

 ‘Ik ga niet opzij,’ zei het nijlpaard. ‘Ik ook niet,’ zei de neushoorn.

 Ze keken elkaar aan. ‘Wat nu?’ vroeg het nijlpaard. ‘Ja, wat nu,’ zei de neushoorn.

 Het was midden op de dag. De zon scheen tussen de bladeren van de bomen naar beneden en in de verte ruiste de rivier.

 ‘Laten we even gaan zitten,’ zei het nijlpaard. ‘Dat is goed,’ zei de neushoorn.

 Ze gingen op het pad zitten en dachten na.

‘Ik ga in elk geval niet opzij,’ zei het nijlpaard zo nu en dan, voor alle zekerheid.

 ‘Als jij dat ook maar niet denkt.’ ‘We zóúden boos kunnen worden,’ zei het nijlpaard, na een lange stilte, ‘en op elkaar af kunnen stormen.’

 ‘Dat zou kunnen,’ zei de neushoorn. ‘Een van ons moet dan opzijgaan. Dat kan niet anders.’ ‘Ja.’

‘Maar dat ben ik in elk geval niet,’ zei het nijlpaard.

Hij stond op en probeerde zo vervaarlijk mogelijk te kijken.

 ‘Ik dans soms wel?’ zei de neushoorn dreigend terwijl hij ook opstond.

 ‘Nee,’ zuchtte het nijlpaard en hij ging weer zitten.

Een lange tijd was het stil. ‘Heb jij soms trek in wat zoet gras?’ vroeg het nijlpaard toen.

 ‘Nou en of,’ zei de neushoorn.

 Het nijlpaard had een pot met gesuikerd gras bij zich. Die aten ze samen op. Daarna vertelden ze elkaar waarheen ze op weg waren.

 ‘Maar we gaan niet opzij voor elkaar,’ zei het nijlpaard.

 ‘O nee,’ zei de neushoorn. ‘Dat doen we niet.’

Ze sloegen elkaar vrolijk op de schouders en maakten zelfs een paar danspassen, op het smalle weggetje, midden in het bos. Maar zonder om elkaar heen te draaien. Dat hielden ze goed in de gaten.

 ‘Wat dansen we mooi,’ zei het nijlpaard.

‘Gloedvol,’ zei de neushoorn.

 ‘Ja, gloedvol,’ zei het nijlpaard.

 Toen het schemerig werd besloten ze maar naar huis te gaan.

 ‘Dag nijlpaard,’ zei de neushoorn.

 ‘Dag neushoorn,’ zei het nijlpaard.

 Ze draaiden zich om.

 ‘Maar als ik je weer tegenkom ga ik weer niet opzij,’ zei het nijlpaard nog.

 ‘Ik ook niet,’ riep de neushoorn. ‘Dat beloof je!’

 Toen liepen ze elk een andere richting uit naar huis. Ze probeerden tussen hun tanden te fluiten en maakten af en toe nog even, alleen, een van de danspassen die ze samen op het midden van het weggetje hadden gemaakt.

Toon Tellegen – Het nijlpaard en de neushoorn. Tekst A (zonder uitleg) uit: Is er dan niemand boos? (Querido, 2015)

Als kind liet ik over me heen lopen. Ik was zo bang om er niet bij te horen. Ik ging zorgen en redden. Ik ging mijn angst verpakken in stevigheid. Maar uiteindelijk liet ik toch over me heen lopen. Er niet bij horen was erger dan verliezen. Maar ik heb ook vaak gewonnen. Dan sloeg ik erop los en werd ik met rust gelaten. Dan werd ik bevestigd in mijn angst er niet bij te horen.

Als volwassen vrouw kom ik mensen tegen die niet opzij willen gaan en maak ik een keuze. Vaak ervaar ik in deze situatie dat ik het obstakel ben in de ander zijn/haar proces. Ik sta dan voor wat niet gezien wil worden of niet aangenomen kan worden. Op dat moment kan ik een stap opzij doen en hem/haar in de gelegenheid brengen om aan te kijken wat niet gezien wil/kan worden. En door dit te mogen ervaren kan ik in mijn eigen kracht staan en persoonlijk leiderschap nemen. En steeds opnieuw een keuze maken.

De andere persoon kan op deze respectvolle manier zijn/haar weg vervolgen en heel misschien kunnen we samen een dansje maken. Beiden hoeven we niet te redden of gered te worden. Beiden op onze eigen plek in de groep of systeem. Of de ander gaat juist het gevecht aan. Omdat het gevecht hem/haar bevestigd in zijn/haar eigen angsten.

Deze dans kom je als professional vaak tegen in klantcontacten. Dit laat zien wat de kern van supervisie is. De term supervisie vindt zijn oorsprong in het Latijn, en stamt af van het woordje supervideo. Super betekent ‘erboven’, en video betekent ‘ik zie’. Letterlijk betekent het dus iets overzien.

Een algemene definitie is dat het een sociaal proces is, een  relatie tussen een leider en ten minste een andere persoon om een specifieke activiteit te voltooien. Het sociale proces is tweerichtingsverkeer, en wordt uitgevoerd om zo een doel te behalen door support en ondersteuning.

Supervisie is een continue proces waarin het eigen handelen, motivatie en (persoonlijk) leiderschap allemaal een rol spelen. In iedere relatie waarin eenzijdige afhankelijkheid een rol speelt kom je weerstanden tegen. Middels supervisie gaan we op zoek naar handvaten om met verschillende weerstanden om te gaan. En leer je je eigen weerstanden inzetten.

Daar waar je weerstand ontmoet vind je antwoorden.

Heb je als organisatie of individueel interesse in supervisie maak dan een afspraak voor een kennismakingsgesprek.