mijn Udu

Tijdens mijn driejarige opleiding bij Phoenix Opleidingen werd ik voortdurend uitgedaagd om te gaan naar plekken waar ik niet wilde zijn.

Na de vergadering van Elrond, waarin Frodo beseft dat hij de verantwoordelijkheid moet nemen om de Ene Ring naar Mordor te brengen, ondanks zijn aarzeling en angst, zegt hij: “Ik zal gaan naar Mordor, hoewel ik de weg niet weet.”
— Uit: In de Ban van de Ring: De Reisgenoten.

Net als Frodo wist ik de weg niet, maar ik werd uitgedaagd om te gaan naar plekken waar ik niet wilde zijn.

In 1928 was mijn oma zwanger van mijn moeder. Rond de zesde maand van de zwangerschap ontwikkelen zich de eierstokken met duizenden onrijpe eicellen. Vijfendertig jaar later werd ik geboren uit een van die cellen. Achter mij staan mijn moeders en dochters: allemaal sterke vrouwen.

Ondanks de kracht van deze vrouwenlijn voelde de baarmoeder voor mij als een donkere kelder waarin ik geen licht toeliet. Vroeg in mijn leven negeerde ik mijn vrouw-zijn. Mijn baarmoeder werd de plek waar ik niet wilde zijn. Ik heb mijn baarmoeder gehaat, maar ook liefgehad en uiteindelijk mogen leren om haar kracht, compassie, mededogen en leven te ervaren. Ik ging op weg, samen met steeds meer reisgenoten, en uiteindelijk kon ik mezelf welkom heten.

Op zoek naar een ceremonie om dit proces af te sluiten en mijn (baar)moeder te eren, vond ik de workshop udu maken bij Atelier Veer. Tijdens het creëren van mijn udu kon ik de kracht van de elementen aarde, water, lucht en vuur ervaren.

Deze ervaring neem ik mee in de workshop ‘De kracht van de (baar)moeder’, die ik op 19 oktober 2024 organiseer. In deze workshop komen muziek, lichaamswerk, dans en opstellingen samen. Hierdoor zul je ervaren hoe het is om te (be)rusten in de energie van je baarmoeder en je vrouwenlijn. We eren wat ons sterk maakt, en zetten haar in haar kracht en licht. Dit jaar mag ik nog gebruikmaken van Freedom Theatre Eindhoven, een prachtige locatie waar we ongestoord onze innerlijke kracht kunnen uitdrukken.

Soms geef je toe aan een ingeving op het moment dat je het niet verwacht. Via mijn aanmelding voor de workshop: ubu maken bij Atelier Veer kwam ik terecht in haar winkeltje vol met Yoni hangertjes. Een speciale Yoni trok mijn aandacht. hoe ik ook bewondering had voor de andere kleurrijke Yoni’s. Besloot ik in een kort moment deze te bestellen. Ik mocht haar vanmiddag komen ophalen. Vera vertelde me dat dit een hele krachtige Yoni was en al heel lang in haar bezit was. Nu heeft ze haar thuis gevonden. Mijn hanger is vernoemd naar de Ierse Godin Morrigan. Godin van het sterven, het lot en oorlog en gerechtigheid, moed en lef. En wordt bijgestaan door een raaf. Het is een krachtige naam maar een mooie zachte gesloten Yoni.

Tijdens mijn opleiding heb ik de kracht van de Yoni mogen ontdekken en mee leren werken. Nu kan ik haar ook dragen. Naast deze hanger kreeg ook het volgende prachtige tekst:

Laten we haar eren
als groot wonder
als prachtig lichaamsdeel
als ons vrouw zijn. De Yoni,
Het Sanskriet voor vagina,
baarmoeder, de bron van alles.
Zo uniek als wij vrouwen zijn,
zo uniek is zij.
Laat haar, haar verhaal vertellen.
Over openen en sluiten.
Ontvangen en (leven) geven.
Over pijn en intens genot.
Soms heel klein en dichtbij onszelf,
soms weelderig wil ze laten zien.
Ze is uniek, prachtig, als godin.
Laten we haar eren.

Voor mij is de zin van ziek zijn sterk verbonden met mijn Yoni. Mijn Yoni staat symbool voor leven en dood, schaamte, kracht, pijn en vrouw (mogen) zijn. Maar ook voor liefde en haat, van mijn geboorte, mijn welkom, trauma en moederliefde. Maar bovenal de plek van thuiskomen. Daarom is het belangrijk ook de Yoni van al onze moeders te eren. Ook zei waren dochters. Mijn Yoni  is sterk verbonden met, de zin van, ziek zijn.

Voor mannen is het ook belangrijk om hun moeder te eren. Haar trauma en pijn is die ook van de zoon. Zoals wij onze vaders hebben te eren.

We leven in een tijdperk waarin gezondheid een van onze grootste zorgen is. We streven naar een leven zonder ziekte en pijn, maar wat als ziekte ons iets belangrijks te vertellen heeft? Wat als ziekte niet alleen een toevallige verstoring is, maar een signaal van ons lichaam en onze geest dat er iets uit balans is? Hier wil ik dieper ingaan op mijn beeld achter de zin van ziek zijn en hoe we onze gezondheid kunnen benaderen vanuit een systemisch perspectief.

Ons lichaam heeft een ongelooflijk vermogen om met ons te communiceren. Vaak negeren we de subtiele signalen die het ons geeft, totdat we gedwongen worden om aandacht te besteden door een ziekte of pijn. Ziekte kan worden gezien als de manier waarop ons lichaam ons vertelt dat er iets mis is, niet alleen fysiek, maar ook emotioneel of psychisch. Om de zin van ziek zijn te begrijpen werk ik systemische, met familieopstellingen. Waar ik vanuit ga dat ziektes niet alleen individueel zijn, maar ook het resultaat kunnen zijn van verstrikkingen in ons familiesysteem.

Familieopstellingen laten zien hoe trauma’s, onopgeloste conflicten en onverwerkte emoties van vorige generaties doorwerken in ons huidige leven. Zo ook hoe we omgaan met ziekte, leven en dood. Door deze dynamieken zichtbaar te maken, kunnen we begrijpen hoe ze bijdragen aan onze gezondheid en welzijn. Het erkennen en helen van deze systemische wonden kan een diepgaand effect hebben op ons genezingsproces.

De workshop: de zin van ziek zijn is een uitnodiging om dieper te kijken naar jezelf en je leven. Het is een oproep tot bewustwording en verandering. Door de signalen van je lichaam serieus te nemen en de onderliggende oorzaken van onze ziekten te onderzoeken, kan je niet alleen genezen, maar ook groeien en sterker worden. Gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziekte; het is een staat van balans en welzijn op alle niveaus van ons bestaan.

Tijdens intervisie mocht ik een opstelling begeleiden met het thema schuld en onschuld. Het raakte me enorm omdat dit thema een wezenlijk onderdeel uitmaakt van mijn systeem.

Schuld en onschuld gaan over de uitwisseling van daden en het gevolg daarvan voor de balans in relaties. Schuld en onschuld en schuld- en onschuldgevoelens zijn niet altijd evenredig aan elkaar; je kunt je bijvoorbeeld schuldig voelen, terwijl je niets ten nadele van een ander hebt gedaan.

Dit heeft alles te maken met de relatievelden van ooit, welke wetten er golden in je gezin van herkomst rondom schuld, onschuld, goed en kwaad. Zoals je de regels, normen en waarden die daar heersten destijds onbewust voor waar hebt aangenomen, zul je dat in het hier en nu weer in alle onschuld herhalen.

Op mijn zesde  kreeg ik een gebeden boekje met daarin de oefening van berouw.: Barmhartige God, ik heb spijt van mijn zonden, omdat ik uw straffen heb verdiend, maar vooral omdat ik U, mijn grootste Weldoener en het hoogste goed, heb beledigd. Ik verfoei al mijn zonden en beloof met hulp van Uw genade, mijn leven te beteren en niet meer te zondigen. Heer wees mij zondaar genadig!

Als jong kind heb ik me verbonden  met schuld uit mijn systeem.

Schuld kent dus meerdere dimensies: persoonlijke,- subjectieve en overgenomen schuld. De werking en maakbaarheid van het geweten; dat ongrijpbare mechanisme dat zomaar lijkt te beslissen over goed en kwaad. Ons geweten helpt ons elke dag bij het maken van beslissingen.

De mate waarin je schuldgevoelens ervaart, heeft ook veel te maken met het groepsgeweten. En in het bovenstaand voorbeeld ook het spiritueel geweten. Wat goed en onschuldig wordt beschouwd in het ene groepsgeweten, kan als fout en schuldig in een ander groepsgeweten worden ervaren. Schuldgevoelens zijn gekoppeld aan het in gevaar brengen van je lidmaatschap van de groep. Je vertrouwen dat de samenhang van de groep intact blijft en dat de groep ervoor je zal zijn, neemt daardoor af. Dit roept ook een onveilig gevoel op. Dus je handelt trouw aan je groepsgeweten en voelt je daarin goed. Je brengt je lidmaatschap aan de groep en de groep niet in gevaar en zo ben je in het volle vertrouwen dat de groep intact blijft, je erbij blijft horen en je je gesteund voelen.

Als jonge homoseksuele vrouw was uit de kast komen een immense stap. Ik was niet meer trouw aan groepsgeweten van mijn familie en nam het risico het lidmaatschap in gevaar te brengen. Het schuldgevoel naar mijn ouders was groot. Hun lidmaatschap van familie en buurt liep ook gevaar. Niet te spreken over het geloof, ik was zondig. Ik stapte uit de groep van vrienden en verhuisde uit het dorp. Het schuldgevoel is nog lang gebleven

Het groepsgeweten heeft een sterk bindend effect. Het diepe verlangen om bij de groep te horen zorgt voor de binding. De binding negeren geeft schuld; door het accepteren daarvan kan vrijheid ontstaan. Vooral de zwakkere leden voelen de binding. Kinderen zitten dikwijls in de positie dat zij gehoorzaam en loyaal moeten zijn om erbij te blijven horen. Het gevaar van uitsluiting is immers altijd aanwezig.

Op een nog concreter niveau kun je wellicht herkennen dat een kind (zeker als het klein is) alles wil doen om de ouders gelukkig te maken. Stel dat ouders objectief gezien ‘vreemd gedrag’ vertonen: Een kind legt liever de schuld bij zichzelf dan dat het wil overwegen dat er iets met de ouders aan de hand zou zijn. Vanuit de grote liefde van een kind voor een ouder bestaat die optie niet. Simpeler is het om jezelf de schuld te geven: Als jij maar slimmer, liever, braver, mooier etc. geweest zou zijn, dan zou dit nooit zijn gebeurd. Dit heet ook wel valse hoop en valse macht. Dit patroon blijft zich vaak ook in het volwassen leven herhalen. Het is makkelijker om jezelf de schuld te geven, dan de realiteit onder ogen te zien. Dit schuldgevoel is dus niet terecht en komt voort vanuit een grote loyaliteit.

Na thuiskomst na mijn geboorte en verblijf in het ziekenhuis was ik een “makkelijke” baby. Mijn moeder ondervond geen last van mij. Ik huilde niet ik lag in de box en bleef daar tot ze me eruit haalde. Dat was goed want mijn moeder was nog herstellende van een zware traumatische bevalling en lang verblijf in het ziekenhuis. Het begon op te vallen toen ik na een jaar nog steeds in de box lag en nergens op reageerde. Ik werd weer opgenomen in het ziekenhuis. Hoewel mijn moeder nooit sprak over deze tijd heb ik later uit mijn medisch dossier kunnen opmaken dat er geen medische reden was voor mijn gedrag.

Schuld en onschuld zijn dus in eerste plaats sociale verschijnselen en zijn afhankelijk van de groep waar we bij horen. Ze zijn niet hetzelfde als goed en kwaad. Groepsleden kunnen met een schoon geweten naar het systeem destructieve dingen doen en met een slecht geweten constructieve dingen, met als doel bij de groep te horen.

Je kunt schuldgevoelens ervaren als je iets doet dat buiten de wetten van het groepsgeweten valt, zoals uitbundig op de voorgrond treden waar je familiesysteem zijn veiligheid ontleent aan niet opvallen. En je kunt je onschuldig voelen, terwijl je aantoonbare overtredingen begaat die echter binnen je eigen groepsgeweten algemeen aanvaard zijn. In beide gevallen is er vaak sprake van diepe bindingen waarvan je je niet bewust bent. Je handelt vanuit zelfrechtvaardiging; je vergoelijkt je gedrag in alle onschuld uit aanpassing aan het systeem waar je uit voortkomt, met alle normen, waarden en codes die daarbij horen. Daarbij maak je geen aanspraak op het bewust persoonlijke geweten.

In de workshop familieopstellingen en in de supervisie individueel of in de groep werk ik met groepsgeweten, schuld en onschuld binnen je eigen familie systeem. Er is nog plek op 24 februari 2024.

Toen de dieren op een keer laat in de middag op de open plek in het bos bij elkaar zaten en ze de eendagsvlieg vroegen wat zijn liefste wens was, barste die in snikken uit.

Dikke tranen stroomde over zijn wangen.

“Dat hadden we niet moeten vragen, “ zeiden de dieren zachtjes tegen elkaar.

“Nee.”

“Misschien moeten we iets voor hem zingen.”

“Of iets aan hem geven, een afscheidscadeau…”

“Nee! O Nee! Dan gaat hij nog harder huilen!”

Ze bogen hun hoofd en werden ook allemaal verdrietig. Ze konden niets bedenken om het goed te maken en stelde zich voor dat zij de eendagskrekel, of de eendagsbeer of de eendagsolifant waren, schoven iets dichter tegen elkaar en rilden.

Het was stil in het bos. De eerste avondnevels rezen op uit de grond en kringelde als dunnen sluiers tussen de bomen en over de rand van de open plek heen.

Toen keek de eendagsvlieg op, wiste zijn tranen en zei:

“Mijn liefste wens? Die vertel ik morgen wel.”

Uit: De allerliefste wens van Toon Tellegen. (2023)

Hoe vaak denk ik niet “Dat had ik niet moeten zeggen!”. Niet omdat ik opzettelijk opmerkingen of vragen stel die de plank volledig mis slaan. Maar slaan ze de plank ook daadwerkelijk mis? In mijn systeem heb ik geleerd dat je niet teveel moet vragen. Heb ik geleerd niet voorop of vooruit te lopen. En heb ik vooral geleerd me niet teveel met andere te bemoeien. Ook heb ik geleerd me zorgzaam op te stellen. Vanuit mijn systeem ontstaat dan vaak het gevoel dat had ik niet moeten zeggen! Maar is dat ook zo?

Door mijn angst om er niet bij te horen en mijn grote verlangen er wel bij te horen reageer ik (te) vaak op wat zich laat zien en reageer ik niet op wat zich niet laat zien. In het geval van de eendagsvlieg reageren de dieren op het huilen en niet op de reden, dus op aannames.

De aannames ontstaan uit je eigen ervaring. Ik kom uit een laag opgeleid gezin. Iedereen met een opleiding, de dokter, notaris en de pastoor, die spreek je niet tegen, die hebben de kennis. Een aanname die per definitie niet perse op waarheden berust. Maar er wel in bijdraagt dat ik vaak dingen zeg die ik niet had moeten zeggen. Terwijl ik ook geraakt wordt, net als de eendagsvlieg door de vraag die gesteld wordt. De eendagsvlieg wordt gezien.

Dat had ik niet moeten zeggen zeg ik ook vaak als ik een afwijzing krijg. Om mezelf te beschermen. Dan kom ik in de aanname dat ik wordt afgewezen. Mijn angst. Hoewel communicatie over meerdere partijen gaat speelt mijn eigen systeem, geschiedenis een even zo grote rol.

De Training die ik geef is gebaseerd op het gegeven dat een goed professioneel contact pas bedding kan krijgen als er bewust zijn is van het eigen systeem. In contact met cliënten en collega’s neem je altijd jezelf mee. Waarin de rol van het waarom groot is. Meer nog dan standaard je taken uitvoeren. Welke weerstanden kom ik in contact tegen in de samenwerking met de ander en instanties. Wat hoort bij mij?

Je ontdekt wat je eigen dynamieken zijn en wat je inbrengt vanuit je eigen ervaring. Wat houd je in de schaduw en hoe begrens je jezelf. Ook ontdek je welke dynamieken een rol spelen en hoe deze in te zetten. Hierdoor kun je meer je plek nemen in het contact, kun je om te gaan met de dynamieken die invloed hebben op jou. Ook zal er ruimte zijn voor omgaan met verschillende ziektebeelden, motivatie- en communicatie skills.

Ben je een professional en nieuwsgierig naar mijn aanbod. Neem dan vrijblijvend contact met me op en ik informeer je graag over mogelijkheden om de training af te stemmen op je vragen.

Ongeveer een jaar of tien terug realiseerde ik me dat ik iets wilde gaan doen met mijn ervaringen. En iets met het werken binnen “het systeem”. Het klinkt zo vaag dat het leek op de ruwe steen van een beeldhouwer.

Ergens heeft een beeldhouwer het verlangen om van een ruwe steen het mooiste werkstuk te maken wat er bestaat. Maar ze heeft ook een existentiële angst om er aan toe te geven.

Michelangelo sprak ooit de beroemde woorden:

De grootste kunstenaar kan niets verzinnen,

dat niet vooraf al in de steen bestaat.

Maar als zijn hand niet met zijn geest meegaat,

Zal hij nooit van de ruwe steen winnen.”

De beeldhouwer wist niet hoe te beginnen. Zij hoorde de woorden maar kon er geen betekenis aangeven. Ze vroeg raad bij collega’s, vrienden en familie.  Teleurgesteld ging ze zitten bij haar steen en sloot haar ogen.

Vol verdriet en niet wetende waar ze aan begon pakte ze haar zwaarste hamer en grootste beitel en hakte in op haar steen. Met de woorden als haar hand niet…..hakte ze door. Na 20 slagen nog geen verandering in de steen. Met tranen van pijn, uitzichtloosheid en angst hakte ze door. Mag ik het niet weten?

Na 50 slagen vielen er splinters op de grond. Zo klein dat ze niet kon geloven dat ze hier zoveel werk voor had moeten verzetten. Nog bozer en verdrietiger ging ze door. 97, 98, 99, 100. Ik ga stoppen dacht ze en sloeg uit frustratie nog een keer met haar laatste kracht op de beitel.

En voor haar splijt de steen en liet haar mooiste vormen zien. Met tranen van blijdschap danste ze in de rondte. Moe viel ze neer en vroeg zich af of hier nu 101 slagen voor nodig waren.

Voordat de steen aangeeft wat het wil laten zien, Is iedere klap nodig om van de ruwe steen te winnen. De eerste klap is net zo belangrijk als de laatste.,

Net als de beeldhouwer heb ik vele stappen gemaakt. Maar ik ben niet gekomen tot waar ik nu ben zonder al die stappen, telleurstellingen, angsten en mooie momenten. En steun en adviezen. Nu ik de steen overwonnen heb is er ruimte om beelden te maken en verhalen te vertellen. Ik hoop dit  samen  te mogen doen met heel veel mooie mensen.